Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 30 november 2020 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 29 november 2020 om 05.43 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Tussen een hogedrukgebied boven Scandinavie en lage druk boven
Zuidwest-Europa staat een in kracht afnemende oostelijke stroming. Een
inactief koufront ligt boen het westen en zuidwesten en trekt langzaam
westwaarts, maar stagneert overdag boven de Noordzee. Van het oosten uit
wordt geleidelijk drogere lucht aangevoerd. Later op de dag neemt het
hoog in betekenis af en trekt vanavond als rug zuidwaarts over het land.
Aan de noordflank wordt de stroming maandag zwak zuidwestelijk. In de
loop van maandagochtend bereikt de eerder genoemde zwakke frontale zone
het westen als warmtefront, kort gevolgd door een zwak, maar zeer
diffuus koufront. Dit systeem wordt van het noordwesten uit snel gevolgd
door een veel actiever frontaal systeem. Maandag in de loop van de
middag activeert de neerslag op nadering van dit systeem. Bovendien ligt
het systeem onder de linkeruitgang van de jet.

MODELBEOORDELING:
De aandachtspunten liggen voorlopig in de grenslaag. de diverse
Harmonie-versies (vooral en in mindere mate Hirlam hebben veel te weinig
St en veel te noordelijk. EC lijkt er nog het beste op te zitten. Voor
de advectieve St volgen we daarom EC, maar slechts indicatief.
Stroomopwaarts zitten weliswaar behoorlijke gaten in de SC, waar EC ook
een redelijke indicatie geeft. Mogelijk laat dit model het wel iets te
enthousiast en te snel opklaren in het zuiden.
Voor maandag zien we nauwelijks timingsverschillen in de frontale
systemen. Wel is Hirlam nog steeds het snelst, maar enkele uren later
dan in de vorige run. Het lijkt op een typische opglijdingssituatie.
waarbij Hirlam waarschijnlijk te langzaam opwarmt omdat de stabiele laag
bij toenemende gradient in dit model waarschijnlijk te hardnekkig is.
Het NESO-signaal negeren we om die reden.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Maandag later op de dag ZW/W 6 Bft.

BEWOLKING:
Van het oosten uit verbeterende condities, Het laatst waarschijnlijk in
Zeeland, daar kan de bewolking wel tot in de middag blijven hangen.
Overdag boven zee nog veel St/Sc, die daar lijkt te stagneren bij het
inactieve front. Maandagochtend bij het zwakke frontale systeem vooral
in het westen en noorden kans op St als de zachtere lucht over het koude
oppervlak strijkt. Later op de dag in de actievere frontale zone een
overwegend stabiel gelaagd frontaal pakket met vooral landinwaarts
toenemende kans op St, mogelijk zelfs 'aan dek'. In het noordwesten van
de FIR wordt de opbouw geleidelijk onstabiel op het koufront tot
ca.FL120.

NEERSLAG:
Op het zwakke frontale systeem van maandagochtend vooral in het noorden
en westen al wat lichte coalescentie-neerslag. Maandag in de loop van de
middag en avond neerslag van betekenis, 5-10 mm tot 18 UTC in het
noordwesten. Overigens lijkt het koufront een split-front karakter te
krijgen door de jet die loodrecht op het systeem staat.

ZICHT:
Van het oosten uit geleidelijk verbeterende condities door advectie van
drogere lucht, maar vanochtend in het zuidwesten eerst nog mist. De
advectie van drogere lucht gaat echter wel geleidelijk minder snel door
afnemende gradient. Maandag nacht bij weinig wind met name in het
oosten/noordoosten een mistsignaal. Verder maandag in motregen matig tot
slecht zicht, later in de neerslag vooral in het oosten en zuidoosten
mogelijk slecht zicht (zeer stabiele opbouw)

TEMPERATUUR:
Vannacht in de oostelijke helft ca. -2°C. Overdag hooguit 4°C. In de
nacht naar maandag in vrijwel het gehele land onder nul, minima rond
-4°C in het oosten.



Paraaf meteoroloog: buscher
Bron: KNMI