Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zaterdag 10 november 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op vrijdag 09 november 2018 om 18.32 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een grootschalig hoogtelaag op de Atlantische Oceaan zorgt vandaag en
morgen in onze omgeving voor een zuidelijke stroming. Een lagedrukgebied
ten westen van Ierland buigt noordwaarts af naar IJsland. Het
bijbehorende occluderende frontale systeem bereikt ons land aan het
einde van de nacht en trekt noordoostwaarts over ons land. Op 850 hPa
ligt het front in de loop van de middag boven Duitsland terwijl het aan
de grond wat blijft slepen en pas in de loop van de avond ons land
verlaat. De stroming blijft echter zuidelijk en blijft vochtige lucht
aanvoeren met dauwpunten rond 10°C. Op de Noordzee komen in de middag
mogelijk nog occlusierestanten binnen. Een hoogtetrog bereikt de
Noordzee van het zuidwesten uit in de nacht van zaterdag op zondag, op
nadering hiervan koelen de bovenluchten zaterdagmiddag al langzaam af.

MODELBEOORDELING:
Het occluderende frontale systeem is aanvankelijk vrij eenvoudig te
analyseren, maar is in toenemende mate lastig om te volgen. Op
ThetaW-850 loopt het front zaterdag gewoon door, aan de grond is dat een
moeizamer verhaal. Er is gezien de cross-secties ook wel iets voor te
zeggen dat het front aan de grond de komende 48 uur nooit doorkomt. Aan
de grond is het front in dat geval echter nauwelijks te volgen. In ieder
geval komen we na de vermoedelijke passage van het grondfront niet in de
drogere polaire lucht.
Qua timing van het occluderend systeem lijken de modellen op elkaar. In
de 06 UTC run liet Hirlam het systeem trager doorlopen met in de middag
duidelijk meer neerslag vergeleken met Harmonie en EC. In de 12 UTC run
laat ook Hirlam het front wat sneller doorlopen met in de middag ook
droge perioden. Zaterdagavond laat Hirlam in tegenstelling tot Harmonie
en EC St ontstaan in het noordwesten. Niet onrealistisch gezien de
aanhoudend vochtige lucht. Hirlam berekent ook de meeste opklaringen
voorafgaand aan het ontstaan van de (turbulentie)stratus.


AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Conform modellen. Voor passage van de occlusie uitschieters rond 40 kn
boven zee, bij buien later wederom (lokaal) kans op uitschieters 30-40
kn (impulsuitwisseling).

BEWOLKING:
Laagste basis bij het occluderende front volgens de modellen slechts
1000-1500 vt. Typisch zien we in dit soort situaties toch vaak bases die
een klasse lager liggen, dus op St-niveau. Er staat behoorlijk wat wind,
maar uitwisseling leidt in verzadigde profielen eerder tot
vochttransport naar beneden. Tevens onderschatten de modellen nog wel
eens het effect van doorvallende neerslag. Slechtste condities
waarschijnlijk voor het westen en noorden. Ook na passage van het
grondfront met name in Hirlam signalen voor St (zie modelbeoordeling).
De convectieve bewolking blijft later zaterdagmiddag en in de avond
beperkt tot de westelijke helft van de FIR boven de Noordzee, daar in de
middag en avond Cb's met toppen tot uiteindelijk ca. FL250/-40C.

NEERSLAG:
Voor het grondfront uit perioden met regen, nabij het grondfront af en
toe coalescentieneerslag (motregen). Er lijkt een golfje in het front
(op 850 hPa) 's middags Limburg net te schampen. Boven zee vanaf
zaterdagmiddag enkele buien. Profielen zien er steeds onstabieler uit
door afkoelende bovenluchten en aanhoudend aanvoer van vochtige en warme
lucht in de onderste regionen. De MUCAPE gaat naar waarden 400-700 J/kg
en de schering bedraagt ca. 15 kn, convectiemodus is derhalve veelal
single cell. Onweerskansen lijken reëel.

ZICHT:
In het noordoosten vanavond mogelijk eerst nog mogelijk nevelig. Verder
geen bijzonderheden, in motregen is de kans op zichten < 5 km vrij
groot. Mocht er zaterdagavond (turbulentiestratus) ontstaan, dan is daar
ook weer nevel bij mogelijk.

TEMPERATUUR:
Geen bijzonderheden.



Paraaf meteoroloog: aberson
Bron: KNMI