Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-08-2018 10:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 06 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 09 augustus 2018 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 08 augustus 2018 om 10.39 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Vanmiddag en vanavond passeert een zwak koufront van west naar oost,
ongeveer samenhangend met Theta-W 850 hPa 14-15 C, tegelijkertijd bouwt
zich een zwakke rug op boven ons land. De barokliene zone blijft
vanavond en de nacht naar donderdag min of meer stationair ZZW-NNO
georienteerd evenwijdig aan de bovenstroming net ten oosten en
zuidoosten van ons land liggen. Een grootschalige trog op de oceaan,
behorend bij een IJslands lagedrukgebied, beweegt oostwaarts en ligt
donderdagavond via de Britse Eilanden richting het westen van Frankrijk.
In de trog bevindt zich een kortgolvige trog die donderdag vanaf de Golf
van Biskaje via het westen van Frankrijk richting de Noordzee beweegt,
alwaar het in de nacht naar vrijdag aankomt. Een thermisch laag dat
woensdagavond boven het zuidwesten van Frankrijk ontstaat zal a.g.v. de
PVA aan de voorzijde van de kortgolvige hoogtetrog en de aanwezigheid
van de rechteringang van de jet op donderdag gaan uitdiepen. Met de
hoogtestroming beweegt het laag NNO-waarts en zal later donderdagmiddag
en -avond over West-Duitsland (maar mogelijk over ons land) gaan
bewegen. De barokliene zone zal gedurende donderdag zich geleidelijk
gaan verscherpen waardoor er frontogenese gaat plaatsvinden.
Donderdagochtend en -middag kan vooral het oosten van het land tijdelijk
weer in de warmere lucht terecht komen. Wanneer het laag later op
donderdagavond het noorden van Duitsland of ons land verlaat komen we
van het zuidwesten uit echt in de polaire lucht terecht.

MODELBEOORDELING:
Het belangrijkste aandachtspunt is de koers van het lagedrukgebied op
donderdag. De koers en de mate van uitdiepen zijn nog onzeker op deze
termijn, wat normaal is bij een systeem van deze schaal. De 00Z-run van
ECMWF valt op. Het laag diept sterk uit in de operationele run, onder
invloed van een gunstige ligging t.o.v. de rechteringang van de jet. Het
gevolg is veel regen en vooral extreem veel wind. Het stormgetal van
Tijm komt uit boven de 25, wat een negende plaats betekent. Dat is voor
een zomersituatie nog nooit vertoond. Kijken we naar het zomerstormgetal
(6 m/s lager dan klimatologie) dan kent de berekende waarde (80) z'n
gelijke niet. Ter vergelijking: de zomerstorm van 25 juli 2015 had een
stormgetal van 0,02 landelijk en 1,38 regionaal (want vooral langs de
kust). Nog opvallender is dat de oper niet alleen staat. Het EPS laat
landelijk ruim 70% kans op zware windstoten van 75 km/u zien en 40% kans
op meer dan 100 km/u. Het stormgetal heeft in het EPS al 80% kans op
meer dan 0, 40% kans op meer dan 1. Dat is significant te noemen. Toch
is het raadzaam om niet volledig op dit EPS af te gaan, het vorige EPS
was een stuk gematigder en het is goed mogelijk dat het EPS van vanavond
dat ook weer zal zijn. De mate van uitdiepen lijkt erg gevoelig te zijn
voor de ligging ten opzichte van de jet. De timing van het doorzwaaien
van de hoogtetrog speelt hierbij een grote rol. Het EC volgt een vrij
westelijke koers, waardoor de interactie blijkbaar optimaal is. Hirlam
en H36 hebben een oostelijker koers, al heeft H36 voor het noorden
uiteindelijk ook zware windstoten. H40 volgt meer EC (dat is goed te
begrijpen omdat H40 de randen van EC gebruikt en H36 die van Hirlam) en
ook dat EPS volgt die lijn. Wel zijn de zwaarste windstoten minder zwaar
dan in EC. Daarnaast bepaalt de koers van het laag ook de kans op al dan
niet zware convectie boven het oosten van het land. Bij een oostelijker
koers blijft de daarvoor benodigde warme lucht boven Duitsland. Totale
accumulaties lopen per model eveneens uiteen. EC het meest (op veel
plaatsen tientallen mm), Hirlam het minste (gemiddeld 2-5 mm). Zodra het
laag ontstaan is dus de koers nauwkeurig volgen. Westelijk =
worstcasescenario EC volgen, oostelijk (d.w.z. buiten landsgrenzen) =
Hirlam volgen.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Vandaag een vlagerige wind met aan de kust windvlagen tot ca 35 kt.
Sterke uitwisseling in de grenslaag wordt veroorzaakt door de advectie
van relatief koude lucht over warm water en landoppervlak. In de
kustdistricten op het IJsselmeer zien we vandaag af en toe een 6 Bft.
Aan de west- en de zuidflank neemt de wind flink toe naar gelang EC en
Harmonie40 gelijk krijgen. Dan tot 7/8 Bft aan de kust (in EC zelfs 8-9
aan zee en boven land). Een deterministische verwachting is eigenlijk
niet mogelijk. Een kansverwachting rondom het gemiddelde is wellicht het
beste voor dit moment.

BEWOLKING:
Op het koufront op de Noordzee wat stratus. Bij en achter het koufront
vrij veel Cu/Sc en lokaal een enkele TCu/Cb met toppen tot maximaal
FL120. Vanavond en in de nacht naar donderdag weinig bewolking.
Donderdag overdag van het zuiden uit toenemende frontale bewolking, die
uiteindelijk dik gelaagd wordt en zeer lokaal ook potentieel onstabiel.
Vooral boven Duitsland zien we de opbouw behoorlijk onstabiel worden en
kunnen Cb's tot ontwikkeling komen, met toppen tot FL400. Boven het
oosten van ons land zullen de Cb's wat meer verscholen zitten in de
frontale bewolking. Nabij het laag zien we in de onderste niveaus ook
stratus verschijnen a.g.v. doorvallende neerslag.

NEERSLAG:
De activiteit van het koufront is gering, in het noorden en oosten nog
een enkele regenbui. Donderdag op nadering van de golf toenemende
neerslagkansen (buiige regen). Net ten oosten van ons land zien we kans
op wat zwaardere convectie, daar MUCAPE van 1000-2000 J/kg en een
schering van 30-40 kn. Goed georganiseerde multicell of zelfs supercel
lijkt te zijn weggelegd voor Duitsland maar zou ik voor het uiterste
oosten niet willen uitsluiten (INDECS daar 40-50%), zeker niet gezien de
onzekerheid in de koers van het laag. Bij die buien is dan ook grote
kans op onweer en hagel. Meer naar het westen van het land zien we de
CAPE-waardes snel afnemen, daar dus veelal stratiforme neerslag die soms
een buiig karakter heeft. 5-15 mm lijkt op veel plaatsen mogelijk te
zijn en in het oosten kan in het geval van zwaardere buien lokaal nog
wel wat meer vallen, tot lokaal mogelijk 30 mm. In het EC-scenario
krijgen veel plaatsen dik 30-50 mm regen.

ZICHT:
Goed, in neerslag matig tot slecht zicht. Komende nacht kan er lokaal
een mistbank ontstaan.

TEMPERATUUR:
Vanmiddag in het oosten lokaal nog 27°C, langs de westkust ongeveer
22°C. De nacht naar donderdag in de polaire lucht op veel plaatsen rond
13°C. Donderdag overdag in het oosten lokaal nog 27°C, langs de
westkust niet warmer meer dan 21°C.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI