Guidance modelbeoordeling voor Nederland

08-02-2017 18:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot donderdag 09 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op woensdag 08 februari 2017 om 17.11 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een krachtig hoog boven Scandinavie blijft vrijwel stationair. Een
langgerekte vore, vanaf IJsland tot de Azoren, komt langzaam naderbij en
ligt aan het einde van deze periode van IJsland tot over het Iberisch
Schiereiland. Een bovenlucht laag boven Denemarken beweegt deze periode
naar het noorden van de Noordzee en tegelijkertijd ontstaat boven
Frankrijk een tweede kern. Op geringe hoogte bevinden zich nog steeds
occlusierestanten boven onze omgeving. Omdat er op geringe hoogte
vrijwel geen stroming staat blijven deze restanten tot morgen overdag
boven ons land. In de onderste niveaus wordt met een noordoostelijke
stroming koude lucht aangevoerd.

MODELBEOORDELING:
De modellen hebben grote moeite met de actuele situatie. De lichte
neerslag en de lage bewolking zijn aanwezig op plaatsen die de modellen
niet altijd laten zien. Met name beide Harmoniemodellen geven nog steeds
opklaringen te zien boven het noorden van ons land. Hirlam en ook EC
hebben (vrijwel) geen opklaringen en lijken me daarmee realistischer.
Zolang er op geringe hoogte weinig tot geen stroming staat blijven daar
de frontale restanten aanwezig terwijl in de onderste niveaus de koudere
lucht er onder schuift. Pas morgen in de loop van de dag zien we van het
oosten dat de lucht droger wordt en de opklaringskans toeneemt.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Div uitvoer is consistent. Hirlam uitvoer is een goede indicatie.
Noordzeeseinen 7 Bft in N-lijke districten. De wind neemt geleidelijk
iets verder af.

BEWOLKING:
De stratus boven grote delen van het zuiden en westen van het land wordt
behoorlijk onderschat door alle modellen. Uiteindelijk moeten de
condities minder slecht agv advectie. In het aanvoergebied is vooral Sc
aanwezig.Een en ander gaat tergend langzaam en de modellen, met name
beide Harmonie lijken te optimistisch. Vooralsnog houden we meer vast
aan Hirlam en EC. Deze modellen geven pas morgen in de loop van de dag
van het oosten kans op opklaringen.

NEERSLAG:
Een gebied met lichte neerslag licht vrijwel stil boven dele van ons
land en moet langzaam in betekenis gaan afnemen. Het kan echter tot in
de (vroege) ochtend duren voordat het overal droog is geworden. Hirlam
geeft dan de laatste lichte signalen nog nabij het zuidwesten van het
land. In het noorden is de neerslag winters van karakter. Lichte sneeuw
maar ook soms lichte onderkoelde motregen. Meer naar het zuiden toe valt
soms lichte motregen. Boven de centrale Noordzee zien we in de modellen
ondiepe convectie ((natte) sneeuw).

ZICHT:
Door advectie van drogere lucht loopt het zicht van het NO uit op naar
meer dan 10 km (echter wel zeer langzaam). Elders is het nog nevelig met
zichten rond 2-3 km. Ook in lichte neerslag zien we dergelijke
zichtwaardes. Morgen veelal goede zichten, ook in de avond en nacht naar
vrijdag.

TEMPERATUUR:
Omdat beide Harmonies te veel opklaringen hebben geven deze ook te lage
temperaturen voor de komende nacht. Hirlam en EC zijn duidelijk minder
koud en komen voor het zuiden niet eens onder nul. In het noordoosten
wordt het -3 of -4 graden. Morgen overdag blijft het in het noorden en
noordoosten vriezen, in het zuiden wordt het +3 of 4 graden.



Paraaf meteoroloog: nolet
Bron: KNMI