Guidance modelbeoordeling voor Nederland

28-12-2019 04:40
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 00 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 29 december 2019 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 28 december 2019 om 05.12 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Aan de zuidwestflank van een hoog boven Scandinavie voert een oostelijke
stroming continentaal polaire lucht aan. Het zwaartepunt van het
genoemde hoog beweegt overdag naar het zuiden van Duitsland om daar
zondag stationair te blijven. De stroming wordt gedurende het zuidwaarts
verplaatsen van het hoog geleidelijk zuidelijk en zondag zuidwestelijk.
Restanten van een oude occlusie en een warmtefront boven het westen van
de FIR (zie analyse) bewegen vanaf morgenmiddag en zondag geheel
inactief over onze omgeving. Als gevolg van de invloed van het hoog
heeft ons land de gehele periode met een subsidentie-inversie te maken
waardoor het weer zich volledig in de grenslaag onder deze inversie
afspeelt.

MODELBEOORDELING:
Synoptisch gezien is de uitvoer consistent en bruikbaar. De modellen
hebben, net zoals de afgelopen dagen, de grootste moeite met het
beschrijven van de processen in de grenslaag. HAP1 en HAP3 hebben beide
een mist/St veld boven het westen van het land wat er in werkelijkheid
niet is. Hirlam is juist iets te rooskleurig met de bewolking. EC, lijkt
er in het westen inmiddels beter op te zitten, echter de nevel en mist
boven land wordt weer minder goed beschreven. Kortom, nowcasten. Actueel
zien we in het zuiden en zuidwesten nog wat aangroei van Sc-bewolking
tegen de stroming in door afkoeling in de opklaringen. We gaan er vanuit
dat dit proces geleidelijk tot stilstand komt en de bewolking daar
geleidelijk weer zuidwaarts gaat bewegen door advectie en door de
toenemende invloed van subsidentie met het dichterbij komende hoog.
Alleen in het zuidwesten blijft de kans op deze bewolking aanwezig,
nabij de occlusie. Voor wat betreft de kans op vorming van evt. mist
geven HA40/HIR hiervoor signalen. Evenals de afgelopen nacht kan in een
langdurige opklaring (ondiepe) mist of een mistbank ontstaan. De lucht
is erg droog en er staat 10-15 kn geowind, dus meest waarschijnlijk
scenario is dat de evt. mist ondiep blijft of doormengt. Voor de kans op
het ontstaan van turbulentiestratus is de aangevoerde lucht te droog.
Omdat de temperaturen in het grootste deel van het land onder nul zijn
kan evt. mist mogelijk aanvriezen. In de nacht naar zondag is de
aanwezige lucht een droger en er staat meer geowind, de kans op mist is
dan een stuk kleiner.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Overdag vooral in het noordelijk deel van de FIR ZW 6 à 7 Bft, verder
geen bijzonderheden.

BEWOLKING:
Zie ook modelbeoordeling. Overdag in het westen van de FIR kans op St
nabij de oude occlusie, hoewel dit niet opgelegd is. We benoemen dit als
een "kans op" scenario. Verder zien we zaterdag nabij de oude fronten
veel cirrusbewolking, waarschijnlijk zal de zon daar beide dagen wel
doorheen komen.

NEERSLAG:
-

ZICHT:
Vanochtend en mogelijk ook de nacht naar zondag in opklaringen kans op
mist(banken) of nevel met daarbij teruglopende zichten.

TEMPERATUUR:
Vanochtend/zaterdagochtend op de meeste plaatsen lichte vorst. Mocht de
St/Sc zich boven het westen lang handhaven, dan wordt het daar zaterdag
niet warmer dan een graad of 2, net als in het noordoosten van het land.
In de nacht naar zondag opnieuw lichte vorst, mogelijk m.u.v. de
westkust. Vanochtend kans op gladheid door bevriezing of condensatie, in
de nacht naar zondag gaat het wel weer vriezen, maar voor gladheid is
het dan waarschijnlijk te droog voor.



Paraaf meteoroloog: boonstra
Bron: KNMI