Guidance modelbeoordeling voor Nederland

05-02-2017 17:20
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HIRLAM run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot maandag 06 februari 2017 24.00 locale tijd

Opgesteld op zondag 05 februari 2017 om 17.22 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een zwakke west-oost georienteerde vore ligt 12 UTC boven het uiterste
noorden en trekt nauwelijks meer noordwaarts. Ten zuiden van de vore is
de lucht in de grenslaag vochtig. Tussen het opvullende laag en een hoog
boven Scandinavie wordt de stroming in de loop van de dag oost tot
noordoost. De eerder genoemde vore met daarin restanten van een occlusie
kan daardoor in de loop van de avond en komende nacht weer iets
zuidwaarts trekken en krijgt meer een NW-ZO ori?ntatie. Ten zuidwesten
van de vore krimpt de zwakke stroming naar noord. Maandag overdag vult
de vore op en komt ons aandachtsgebied in een zadelgebied terecht. De
restanten van de occlusie worden steeds moeilijker als zodanig te
herkennen. Boven de oceaan is snelle cyclogenese opgetreden en het
lagedrukgebied trekt richting de Britse Eilanden. Bijbehorend frontaal
systeem bereikt dinsdagochtend of dinsdagmiddag als occlusie het
zuidwesten van het land en trekt dan langzaam NW-ZO georienteerd
oostwaarts. Doordat de stroming steeds oostelijker wordt, zal het front
in de middag en avond weer westwaarts teruggedrongen gaan worden.

MODELBEOORDELING:
Belangrijkste aandachtspunten liggen in de grenslaag. Hirlam overschat
de wolkenbasis erg veel, de beide Harmonie-runs geven een beteren
indicatie, maar zijn slechts als leidraad voor mogelijke trends te
gebruiken. De timing van de occlusie is nog erg onzeker. Hirlam laat de
neerslag circa 5-6 uur eerder het land bereiken dan EC/Harmonie. Doordat
aan de voorzijde van het front geleidelijk koudere lucht aangevoerd
wordt en doorvallende regen de luchtkolom ook doet afkoelen kan de
neerslag met name in het noorden overgaan in sneeuw. De sneeuwfracties
in het ECEPS leggen de nadruk op Noord-Holland, Flevoland en Friesland.
De activiteit van het front neemt in de modellen echter wel af, maar de
vraag is nog of opglijding in werkelijkheid voor meer en langdurigere
neerslag zorgt dan nu voorzien.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Noordelijke Noordzee ZO 7, in de loop van de nacht en maandag overdag
langzaam zuidwaarts uitbreidend windveld, en toenemend naar 8, mogelijk
9 Bft op noordelijke Noordzee.

BEWOLKING:
Lokaal St (omgeving Waddengebied en Zeeuws-Vlaanderen). Vanavond
enerzijds advectie van St vanuit Noord-Duitsland, anderzijds aan de
zuidkant zakkende bases door afkoeling in opklaringen. Bovendien krijgt
de stroming dan weer een kleine zuidwaartse component. Waarschijnlijk is
er morgen vrij veel stratus aanwezig. Bij de occlusie St, laagste bases
in sneeuw.


NEERSLAG:
Maandag geven de modellen in de vore aanhoudend een zeer licht signaal
voor motregen, verder meest droog. Bij de occlusie regen, in het noorden
geleidelijk overgaand in (natte) sneeuw, maar tegelijkertijd neemt de
activiteit waarschijnlijk ook af. De stabiele frontale bewolking wordt
steeds dunner, maar zolang de toptemperaturen beneden -10?C blijven is
er kans op sneeuw. Wordt de bewolking nog dunner, maar is er door
coalescentie nog steeds neerslag dan moet er eerder aan onderkoelde
motregen gedacht gaan worden.

ZICHT:
Vanavond en komende nacht teruglopende condities in de vore. Ook ten
zuid(west)en van de vore verder verslechterende zichten met vrij grote
kans op mist in de opklaringen. Morgen nabij de opvullende vore
aanhoudend nevelig, daarbuiten verbeterend.

TEMPERATUUR:
Komende nacht in de opklaringen voor de St uit komt de T2m mogelijk net
onder nul. Onder de dikkere bewolking enkele graden boven nul. Tx van
een graad of 4 in het noordoosten tot rond 7 graden in Zeeland. Dinsdag
in het noordoosten nog maar een fractie boven nul als maximum, door het
binnenkomen van koudere en aanzienlijk drogere lucht.



Paraaf meteoroloog: zwagers
Bron: KNMI