Guidance modelbeoordeling voor Nederland

27-11-2021 01:00
Guidance modelbeoordeling voor Nederland, de Nederlandse kustwateren en
de Noordzee, gebaseerd op de HARMONIE run van 12 UTC en de overige
genoemde modellen en gidsen met bijbehorende runtijd.

Geldig tot zondag 28 november 2021 24.00 locale tijd

Opgesteld op zaterdag 27 november 2021 om 01.34 uur

MODELLENBEOORDELING.
SYNOPTISCHE SITUATIE:
Een lagedrukgebied boven het oosten van Engeland trekt zuidwaarts, ligt
in de vroege ochtend boven het Nauw van Calais en vult daarna boven
Frankrijk op. Bijbehorende N-Z georienteerde vore boven het midden van
het land trekt oostwaarts, maar blijft echter boven het noorden van het
land stagneren wegens een nieuwe lagedrukkern die daar in de loop van de
nacht ontstaat. Een trog die zich net west van deze vore bevindt blijft
boven het midden van het land slepen. De lagedrukkern trekt overdag
zuidwestwaarts over het westen van het land en trekt in de nacht naar
zondag weg naar België. Een vore blijft daarbij aanwezig boven het
oosten van het land. Diverse occlusies en occlusierestanten rondom dit
laag trekken in zuidelijke richting mee. In de nacht naar zondag bereikt
een ZW-NO georienteerde occlusie de noordwestkust en trekt vervolgens
overdag in zuidoostwaartse richting over het land. Tegelijkertijd
verplaatst de vore zich oostwaarts waarna ons land te maken heeft met
een noordelijke stroming en aanvoer van polaire lucht.

MODELBEOORDELING:
De verschillen tussen de modellen met betrekking tot de ontwikkelende
lagedrukkern zijn in de huidige runs duidelijk kleiner geworden. Daarmee
zijn ook de andere factoren zoals de positie van de vore (en
bijbehorende lage bewolking) eenduidiger al blijven er uiteraard op
detailniveau verschillen aanwezig. Neerslagsoort blijft een
aandachtspunt. Dat EC en Harmonie een probleem hebben met accumulatie
van (natte) sneeuw is bekend. In gevallen waarbij 75-95% van de neerslag
"vast" is blijft de sneeuw snel liggen omdat sneeuw z'n eigen "tile" in
het oppervlakteschema heeft. De oppervlaktetemperatuur daarvan is 0°C
(smeltende sneeuw), waardoor de uitwisseling met de iets warmere lucht
boven dat oppervlak van 0 graden gering is (stabiele opbouw tussen het
oppervlak en de lucht). Daarom krijgen deze modellen die sneeuw ook maar
moeilijk weg. Als die vaste fracties dan ook nog eens sterk variëren
van run tot run, dan kan dat niet anders dan leiden tot de verschillen
die we nu zien. We sluiten lokale, tijdelijke accumulatie niet uit, maar
dat zijn dan wel worstcasescenario's met langdurigere doorvallende
neerslag op een plek en dan met name op hoger gelegen gedeeltes.

AANDACHTSPUNTEN.
WIND:
Momenteel nabij de Nederlandse kust weinig wind. Aan de noordwest- en
westkant van het ontwikkelende lagedrukgebied neemt de wind weer toe
naar 6-7 Bft boven zee. Ook zondag blijft er aanhoudend 6-7 Bft wind
aanwezig in het kustgebied.

BEWOLKING:
De positie van de stratus wordt door de modellen goed weergegeven. De
stratus blijft nabij het onwikkelende laag aanwezig, zuidelijker trekt
het stratusgebied oostwaarts en komen er in de zuidelijke provincies
opklaringen voor. Ook in de nacht naar zondag aanhoudend stratus nabij
de vore die wegens dagelijkse gang uit kan breiden en plaatselijk aan
het dek kan zakken. Met het op gang komen van de noordelijke stroming
trekt dit stratusgebied langzaam weg en klaart het deels op, in Limburg
kan het tot het einde van de ochtend duren voordat de stratus daar weg
is getrokken. De bewolking die zich bij de trog bevindt is vooral in de
kuststreken nog onstabiel van opbouw wegens het warmere zeewater, daar
nog Cb's met toppen tot FL130. Verder bij de overige occlusies en
occlusierestanten vooral boven zee en de kustgebieden convectief met
toppen die rond of wat boven FL100 liggen. Bij de occlusie die in de
nacht naar zondag en zondag overdag passeert boven zee en in de
kustgebieden toppen tot ca. FL200. Ook na passage aanhoudend kans op
enkele Cb's met toppen tot FL200.

ij de trog is er kans op een Cb, toppen FL180/210 worden gemeld. Actueel
hebben de modellen de St goed te pakken, al hebben de Harmoniesmaken
lokaal een te lage basis (vermoedelijk door een te hoge sneeuwfractie).
Deze St zwaait oostwaarts en mogelijk krijgt het zuiden te maken met
enkele opklaringen aan het einde van de nacht. Het noordoosten blijft
gevoelig voor St, maar zodra het laag langs de kust zuidwestwaarts trekt
zien we in de noordoost gerichte vore weer veel nieuwe St, met een basis
onder de 500 vt. Het zuidoosten houdt het langst opklaringen, maar
uiteindelijk bereikt de St ook dit gebied. Vanaf zaterdagavond trekt
deze bewolking zuidwaarts weg als de noordelijke stroming goed op gang
komt. In het zuidoosten is dit mogelijk pas zondagmiddag het geval. Bij
het occlusierestant boven zee en aan de kust Cb's met toppen FL180, maar
vooral Sc 1000-2000 vt. Lokaal is St hier niet uit te sluiten.

NEERSLAG:
Perioden met regen, soms ook natte sneeuw. Nabij de trog met aan zee ook
enkele buien. Tijdelijke accumulatie is plaatselijk en kortstondig
mogelijk. Verder is de neerslag boven zee en de kustgebieden de komende
periode vooral buiig van karakter waarbij onweer en korrelhagel bij de
passerende occlusie in de nacht naar zondag en de buien daarachter niet
uitgesloten is. De buien die bij de occlusie, en mogelijk enkele losse
buien voor de occlusie uit vallen boven het noorden van het land vormen
een aandachtspunt aangezien zich opklaringen voor kunnen doen, indien
zich een bui verder landinwaarts weet te begeven zou de regen zeer
lokaal op een bevroren ondergrond terecht kunnen komen.

ZICHT:
In regen matig, in natte sneeuw slecht. In opklaringen zijn mistbanken
niet uit te sluiten. Zaterdag is het zicht ook buiten neerslag matig als
er lage St aanwezig is.

TEMPERATUUR:
Vannacht maakt het zuiden de meeste kans op opklaringen waarin de
temperatuur zaterdagochtend onder het vriespunt kan komen. In de nacht
naar zondag zien we enkele opklaringen en buien het land van het
noordwesten uit binnentrekken. Mocht zo'n opklaring lang genoeg
aanhouden, dan bestaat er kans op bevriezingsgladheid.



Paraaf meteoroloog: schaikm
Bron: KNMI